|
NA MOLIERE'S DOOD WORDT ALLES KALERMen stelle zich het volgende voor: het Amsterdams toneelseizoen opent met een door Gerardjan Rijnders geschreven eenacter onder de titel"De grachtengordel maffia•. De acteurs in de eenacter stellen werkelijke
personen voor: Cox Habbema, Rob Malasch, Martin Schouten, Trins Snijders, Annemarie Grewel, John van de Rest en een student van de Amsterdamse Toneelschool. (U ziet maar wat U de leukste combinatie vindt.) Zij bespreken op een hilarische en ruzie©achtige toon de vileine werkjes die Toneelgroep Amsterdam vorig seizoen op de scene zette. Daarna gaan ze eten en discussieren, gestaag dronkener wordend, verder.De Franse toneelschrijver Moliere pakt twee©en©een©halve eeuw geleden zijn critici ongeveer op deze wijze aan. Na het rellerige stuk "De school voor vrouwen• speelt hij een zelf geschreven eenacter, waarin enkele bekende Parijse figuren discussieren over... "De school voor vrouwen•. Je moet maar durven. Moliere, in de burgerlijke stand ingeschreven als Jean Baptiste Poquelin, durfde. Een essay over de theaterman na wiens dood alles kaler werd. De ironie is bitter en ook wel tekenend. In de stenen kist die op het Parijse kerkhof Pere Lachaise de resten van Moliere zou herbergen, liggen in werkelijkheid waarschijnlijk de knekels van een zakkenroller, een kwakzalver of een woekeraar. "Mijn held", schetst de Russische schrijver en Moliere©biograaf "Michael Boelgakov•, "is in de Parijse aarde verdwenen en eronder vergaan". Bitter is het, maar ook wel illustratief. Zijn hele leven lang houdt Moliere de volkse en oneerbiedige geest van een marktkoopman, de gewiekste collega van deÜt__Ü Daar, op die markt, laat opa Cresse de jonge Moliere (dan nog gewoon Poquelin geheten) voor het eerst theater zien, met name dat van de Italiaanse komedianten onder leiding van Tibrio Fiorelli, de man die zijn leraar en vriend zal worden en van wie hij het gewiekste komedieªacteren zal leren en erven. In 1645, 23 jaar na zijn geboorte, keert Moliere Parijs de rug toe. Niet het Parijs van de markt op Saint Germain. Hij zal immers dertien jaar goeddeels in de open lucht spelen. Wat hij de rug toekeert is het Parijs van de salons, het Parijs van de theater©"cercle•, waar men zijn talent voor het spelen van de tragedie niet wil erkennen. Terecht overigens, dat talent voor de tragedie bezit Moliere niet. Moliere is een komediant. In dertien jaar theaterªervaring ten overstaan van het diffuse straat© en plein©publiek, groeit het komisch kleinood dat Tibrio Fiorelli in Moliere plaatste, uit tot een veel©karaats diamant. Die mag in Parijs weer schitteren. Wanneer hij in 1658, dertien modderige jaren later, dan eindelijk voor de koning optreedt (de tragedie van Corneille is een flop, zijn komedie 'De verliefde dokter' een "succes fou•), dan is Moliere's theatraal instrumentarium ondertussen voldoende toegerust om te volvoeren wat de sociaal©historicus Hauser treffend samenvat als "het belachelijke en gemene van de sluwe boer, van de bekrompen koopman, van de ijdele burger, van de grove landedelman, van de stompzinnige graaf, met dezelfde scherpte te zien en met dezelfde vrijpostigheid uit te beelden."Is hij daarom de wegbereider van de Franse revolutie, waarvoor menig slordig biograaf Moliere houdt? De eerder genoemde Hauser stelt zich deze vraag bij Shakespeare "en• bij Moliere, die hij beschouwt als de twee laatste universele theater©beesten van het pre©revolutionaire Europa. Zijn antwoord is een hardgrondig "nee•. De Engelse bard en de Franse rekel zijn geen revolutionairen. Op subjectief niveau noemtÜt__Ü brengen echter een eigen wapen in stelling, waarmee ze op geniale wijze afstand nemen van het loerend conservatisme. Bij Shakespeare is zijn twijfel geniaal, zeker in de tijd van de Elisabethaanse hoogconjunctuur:immers © zegt de goe©gemeente © het gaat goed, waarom twijfelen? Bij Moliere is het de brutaliteit die hem geniaal maakt: hij ontmaskert ermee mechanismen in de sociale werkelijkheid van Lodewijk de Zon's politie©staat. "Ik haat",schimpt hij, "de kleinzielige lafbekken die alles al voorzien en daarom niks meer ondernemen." Dertien jaar is hij onder het volk in de provincie geweest, dertien jaar heeft hij geleerd hoe de lach te scoren, en wanneer de toneelspeler tomaten en paardevijgen oogst. En als hij dan terugkeert naar de cliques en claques van het gepommadeerde pruikenhof van Lodewijk de Veertiende, dan blijft Moliere de oneerbiedige en plebejische geest die hij altijd was. Zeker, het is bitter dat zijn knekels zijn vergroeid met de Parijse aarde, en waarschijnlijk zwerven in de rossige driehoek tussen de Parijse Hallen (de 'buik' van Parijs), het Hotel de Rambouillet (waar ooit de sjiekste 'salon' van Parijs stond) en Pont Neuf (waar de mooiste markt van Parijs begon). Het is ook tekenend. Zijn stamkroeg stond er. Hij hoorde er thuis. * * *De carriere van Frankrijk's grootste toneelschrijver kent © net als zijn mooiste korte stukken © drie bedrijven. Hij wordt in 1622 geboren als zoon en kleinzoon van een tapijtwever, uit het huwelijk van Jean Poquelin en Marie Cresse. Zijn voorland is derhalve dat van 'tapijtwever des konings'. Daarna studeert hij voor advocaat. En op zijn 21ste kiest hij voor het theater, nadat hij de actrice Madeleine Bejart heeft zien spelen. Zij wordt een kameraad voor het leven. Uit een vorige relatie krijgt ze een kind,Armande. Hardnekkige geruchtenÜt__Ü anoniemer zaad. Maar op het moment dat Moliere beroemd is geworden, zal het niemandsland tussen geruchten en feiten hem nog een hoop gelazer bezorgen, zeker wanneer hij in 1662 met die Armande trouwt. De Parijse incrowd begint dan gelijk over incest te roddelen.Dat tijdstip is nog ver weg wanneer Moliere en Madeleine in het seizoen 1643©1644 een eigen Parijs theater©gezelschap opzetten, "L'Illustre Theatre• © voor minder deden ze het niet. Het gezelschap wordt vooral illuster door de verkeerde repertoire©keuze (opnieuw:de tragedie) en door torenhoge schulden in zeer korte tijd. Woedend op de hele wereld en zo arm als een kerkrat verlaten Poquelin (die zich in 1645 om niet naspeurbare reden 'Moliere' gaat noemen) en de leden van L'illustre Theatre Parijs. Zij treden collectief toe tot het reis©gezelschap van de acteur DuParc, bijgenaamd 'vette Rene', een komisch karakterspeler van formaat. Hier begint de tweede episode uit Moliere's theaterloopbaan. De lessen die hij © zonder voorkennis van zijn dictatoriale papa © nam van de in Parijs gestationeerde commedia©acteur Tibrio Fiorelli (bijgenaamd 'Scaramouche' naar zijn meest populaire rol) beginnen in het reisgezelschap snel vruchten af te werpen. Hij neemt de leiding over, ontwikkelt een paar krankzinnig populaire personages (waaronder de knecht Sganarelle) en begint komedies te schrijven, drie©acters van een hoog kermis©gehalte, in een geliefd gooi© en smijt©genre en met briljante dialogen. De voornamelijk in het Zuiden van Frankrijk gesitueerde vrijwillige ballingschap van de groep duurt dertien lange jaren. De rust om een eigen repertoire en een eigen stijl op te bouwen krijgt Moliere wanneer hij een heuse, rijke beschermheer ontmoet in de persoon van de "Prince de Conti•, een © na de edelen©opstand tegen de koning (de Fronde van 1648) © door de vorst naar Lyon verbannen graaf. Helaas komt deze man spoedig onder de sterke invloed van een fundamentalistische, zeer Rooms©Katholieke secte teÜt__Ü het heilig sacrament © een naam die weinig goeds doet vermoeden. De Prince © vroom geworden en gezuiverd © flikkert Moliere en zijn andere kunstwerken het paleis uit. Hij ontwikkelt zich tot een van de meest geduchte tegenstanders van de theatermaker. Zijn invloed reikt tot in Parijs, zo zal Moliere spoedig merken in de affaire die de geschiedenis is ingegaan als 'de zaak Tartuffe'. Van dit feit heeft hij echter nog geen weet,wanneer Moliere somber Lyon verlaat. Door een speling van het lot en de ontmoeting met een aantal 'kruiwagens' met relaties, verwerft de schrijver/toneelspeler de bescherming en het geld van de broer van de koning, de hertog van Orleans. Dus volgt spoedig de uitnodiging om in het Louvre te komen optreden, voor Zijne Doorluchtigheid zelve. Op de avond van de 24ste oktober 1658 is het zover. In de onwaarschijnlijk brallerige en pathetische dictie die op dat moment gebruikelijk is © en die Moliere daarna zo vaak zal ridiculiseren © speelt zijn troep Corneille's klassieker "Nicodeme•. Het wordt een ramp! En wel een ramp "zo• groot dat de samengestroomde acteurs van Toneelgroep Parijs, het gezelschap uit "Hotel Bourgogne•,gierend van de lach spreken over 'Nico©merde!'. Op advies van 'dikke Rene' ontdoen Moliere's spelers zich na deze ramp van de weelderige tragedieªkostumering. Hun revanche, en vooral die van Moliere, is verpletterend: ze spelen hun succes©nummer "De verliefde dokter•. Die tekst is eindeloos op het platteland in try©out geweest en nu rijp voor een grandioze premiere. Moliere rekt met een niet aflatende reeks fysieke grappen de 40 minuten durende tekst op tot lachstuip van anderhalf uur. Zelfs de zure koning (een joch van 20 overigens) en zijn raadsheer kardinaal Mazarin zijn 'bien amuse'. Als beloning krijgen Moliere en zijn troep een theater©ruimte op het paleisterrein.Dan begint de derde episode uit Moliere's leven: de Parijse jaren van het theater "Petit Bourbon• en later "Palais Royal•. Hij wordt de lievelingÜt__Ü financieel) een ongeevenaard succes, evenveel van de vertoningen van de "Troupe de Monsieur Moliere• voltrekken zich in de broeierige sfeer van zeer heftige rellen. Tijdens de vierde voorstelling van "De ingebeelde zieke• krijgt de doodzieke Moliere een bloedspuwing die hem fataal wordt. Terwijl twee van de beroepsgroepen die het felst door hem zijn aangevallen © doktoren en priesters © schitteren door afwezigheid, crepeert de schrijver/acteur in de nacht van 17 op 18 februari 1673 op 51©jarige leeftijd. Zijn vrouw Armande en zijn fameuze boy©actor Michael Baron (een paar jaar geleden mooi geportretteerd in de roman "Baron• van de Nederlandse auteur Theun de Vries) moeten bij de ambtenarij ongeveer smeken om een begrafenis in gewijde aarde. Zij vindt de 21ste februari plaats. 's Nachts, dat wel. Het sterfhuis wordt door een woedende menigte belaagd. Het beleg wordt afgekocht met een zak geld. Al een jaar later vindt grafschennis plaats. Moliere's lijk verdwijnt in het naamloze gat voor de ongedoopten, het "Cimetiere des Innocents•.Ach, hemel! Uitgerekend Moliere gedumpt in het massagraf voor onschuldigen. Later is de Parijse hoerenbuurt er verrezen. Hij zou er hartelijk om gelachen hebben. * * *Moliere's Parijse toneeljaren brengen roem, verbittering en rellen. Ik ben zo hoovaardig te stellen dat iedere nieuwe Moliere©biograaf haar plaats in de rijen van de vorigen slechts verdient door een nieuw licht te werpen op minstens die rellen rond de Moliere©stukken. Het zijn immers allerminst stro©vuurtjes geweest. De langste duurde niet minder dan zes jaar en is de geschiedenis ingegaan als 'de affaire Tartuffe'. Het theatraal lawaai in Parijs tussen 1660 en 1670 correspondeert sowieso naadloos met Moliere's meesterwerken. Althans © gedeeltelijk. Rond "De Vrek• en "De Mensenhater• ontvlamt geen enkel hekel©vuur, deÜt__Ü somberheid over de laagheid der mensen. Er komt ook bijna niemand kijken naar die stukken. Nee, dan "Tartuffe•! Dat stuk richt zich niet tegen het hypocriete in het algemeen,maar tegen "de• hypocrisie in persoon, de vromen. En daar zijn er in het Frankrijk van Moliere's dagen dan ook erg veel van. "Dom Juan• wordt vervolgens beschouwd als een rechtstreeks pleidooi voor de onconventionele emotionele huishouding van het individu. Op grond van een enkele scene ziet men er zelfs een manifest voor atheisme in. Aan deze twee tijdbommen gaat vooraf het stuk "De school voor vrouwen•. Daarin creeert Moliere zijn eerste grote burger©komedie van (of liever: tegen) de vroeg©burgerlijke opvattingen over liefde, huwelijk, jaloezie en trouw. We schrijven 1662 als het stuk verschijnt, het jaar waarin de veertigjarige Moliere de twintigjarige Armande (of Menou) trouwt, in het roddelcircuit getipt als niet alleen de dochter van zijn levensgezellin, maar ook als "zijn• dochter, verwekt bij minnares Madeleine Bejart. In de straten van Parijs ontstaat in de carnavals©weken van 1662 het schimpliedje dat ook op zijn sterfdag door het grauw wordt gezongen: ""Il se servit de la coquille/Et de la mere,et de la fille"•, wat zoveel wil zeggen dat Moliere zich niet slechts bediende van 'het schelpje' van de moeder, maar ook dat van de dochter niet versmaadde. Moliere heeft zich in dat jaar ook al gehaat gemaakt door zijn aanval op de quasi©literaire yuppie©salons, de plekken waar bepoederde nietsnutten hun precieuze broddel©versjes voordragen aan elkaar (hij schrijft daarover zijn stuk "De belachelijke precieuzes•). Niets echter overtrof het nieuwe,scandaleuze stuk, "De school voor vrouwen•. Een oude, rijke, dictatoriale burgerman (Arnolphe) © een rol die Moliere natuurlijk zelf vertolkt © houdt het jonge meisje Agnes min of meer gevangen. Ze wordt voorbereid op een huwelijk met niemand minder dan Arnolphe zelf. Alles is tot in de puntjes voorbereid. De operatie misluktÜt__Ü paal gezet. Een paal met horentjes. De aanvallen op het stuk zijn, meteen na de premiere in december 1622, bijzonder fel. Ze gaan vrijwel zonder uitzondering niet over de werkelijke woede van de tegenstanders. Zo beschuldigt de patserige acteur "Montfleury• (dezelfde die eeuwen later nog in de openingsscene van "Cyrano de Bergerac• als jammer©kast zal optreden) Moliere ervan, effectbejag na te streven om het parterreªpubliek aan het lachen te krijgen © een beschuldiging die overigens volkomen juist is. Collega©schrijver vullen hun pamfletten en schotschriften tegen Moliere met bah's en foei's over het feit dat de schrijver/acteur/regisseur niet de wetten respecteert die de Grote Griek "Aristoteles• ooit de schrijvers van komedies oplegde. Moliere scheldt effectief terug dat hij heel veel stukken kent,waarin die wetten wel degelijk worden gerespecteerd. Helaas valt hij bij die stukken consequent in slaap. De werkelijke woede over "De school voor vrouwen• gaat niet over Aristoteles en ook niet over de lachende parterre. Het is gewoon ordinaire beroeps©jaloezie. Moliere, die door de broeierige sfeer rondom zijn omstreden huwelijk aangeslagen had behoren te zijn, kruipt niet in zijn schulp maar mept via zijn vak onbehouwen terug. Notabene met een schitterend geschreven stuk over een oude man die een jong meisje wil trouwen. Bovendien introduceert hij achteloos een nieuw genre in het theater: de "tragie©comedie•. De in die dagen daadwerkelijk onverdragelijke tragedie verliest dan ook legioenen publiek aan Moliere. Een literaire vriend, Boileau, dicht © een tikje brallerig, maar wel terecht: "Het gekijf van 't U benijdend volk / Moog' vlieden gelijk een troebele vloed./ Want Uw verrukkelijk komediespel / Behoort de toekomst toe, voorgoed!"Iedereen die het daar niet mee eens is krijgt na "De school voor vrouwen• van de auteur nog een extra klap. Üt__ÜŒHij verwerkt de complete rel rondom het stuk in een eenacter, "Kritiek op de School voor vrouwen•. Het stukje gaat een half jaar na het moederstuk in premiere. Er wordt in het proza©stuk alleen maar gediscussieerd over het stuk "School voor vrouwen•. Tussen voor© en tegenstanders. Alles is waar gebeurd. Alle argumenten zijn werkelijk gehanteerd. Een voorbeeld."MARKIES: Je hebt alleen maar te letten op het aanhoudend schaterlachen van de parterre. Dat is al bewijs genoeg dat het stuk niet deugt. DORANTE: Jij behoort dus tot de deftige heren die aan de bezoekers van de parterre alle gezond verstand ontzeggen en zich zouden schamen om met hen mee te lachen, al betrof het ook de beste en de vrolijkste zaak ter wereld. Ik zag laatst op het toneel een van onze vrienden, die zich daardoor belachelijk maakte. Hij aanhoorde het hele stuk met grootst mogelijke ernst aan, en bij alles wat anderen lachen deed, fronste hij zijn wenkbrauwen. Bij iedere schaterlach trok hij zijn schouders op en wierp medelijdende blikken op de parterre; soms gebeurde het dat hij geergerd hardop riep: 'Lach dan toch,parterre, lach dan toch!' De wrevel van onze vriend was een tweede komedie erbij."Zelfs de bezetting van deze eenacter is een affront voor de loges: een van de voorstanders van het stuk wordt in de eenacter gespeeld door Armande Bejart herself, overigens haar debuut op de Moliere©scene.Een paar maanden later speelt, ter afsluiting van de rel en in afwachting van de volgende, het Hotel Bourgogne de tekst die "Portret van de portretteur• heet, geschreven door ene Boursault. Moliere wordt hierin afgebeeld als hoorndrager. Ook al weer waar. Want mevrouw Armande Moliere dook ondertussen met de ene jonker na de ander tussen het klam brocaat. In talloze Moliere©chronologien kom ik over de schimpende opvoering van 'Portret van de portretteur' het fascinerendeÜt__Ü dat dit niet betekent dat hij meedoet, wel dat hij erbij is. Hoe dan? In welke gemoedstoestand? Ook de meest verse Moliere©biografieen laten ons hierover in het ongewisse. In een van de laatste, "Alfred Simon•, staat: "De grote acteurs, niet echt trots op hun brutaliteit, bespieden hem. Moliere verliest zijn kalmte niet." * * *De colere rond "School voor vrouwen• lijkt een brandend braambos vergeleken met de heidebrand rond "Tartuffe of de bedrieger•, dat Moliere en de zijnen in een onaffe vorm presenteren aan de koning op een min of meer besloten feestje in 1664. Een burgergezin wordt in dit stuk getiranniseerd door een devot, een vrome, laten we zeggen: een kruising tussen bisschop Gijssen en het evangelisten©echtpaar de Goerees. De man, Tartuffe geheten, ontregelt het burgergezin van Orgon financieel en moreel, hij bespringt heimelijk de vrouw des huizes en beledigt de heer zelve, overigens een burgerman met een overdosis oogkleppen. De Franse toneelschrijver Jean Annouilh zegt in onze eeuw: "Dit stuk is gevaarlijk in een samenleving waar wereldlijke macht nog zozeer van God gegeven is. Als ik bisschop was geweest had ik het meteen verboden." Dat laatste gebeurt ook, op basis van de gereedgekomen drie van de beoogde vijf bedrijven. Moliere heeft er zes slopende jaren van zijn leven aan gegeven om zijn geesteskind alsnog opgevoerd te krijgen. Wanneer hij in 1667 een bewerking speelt ("De bedrieger•), haalt deze versie precies een uitvoering. De aartsbisschop van Parijs motiveert het verbod van ook deze variant door de nadruk te leggen op het dekmantel©karakter van de "Tartuffe©bewerking•: "... doordat zij onder het voorwendsel de hypocrisie of de schijnvroomheid te veroordelen, aanleiding geeft om zonder enig onderscheid al diegenen daarvan te beschuldigen die het hechtst hun geloof belijden en hen op die manier blootstelt aan de voortdurende spot en laster der libertijnen."Üt__Ü een scherp inzicht in het wankele evenwicht waarin de schrijver zich bevindt, tussen rebelse woede en onvoorwaardelijke trouw aan het gezag van koning Lodewijk, zijn broodheer. In de petities blijkt dat hij het slachtoffer Orgon in zijn stuk overigens evenzeer veracht als de devotebedrieger zelf. Genadeloos duwt Moliere aldus de vinger in de wonde van het geagiteerd protest tegen "Tartuffe•: het publiek kan zich niet identificeren omdat de hoofdrol en de tegenspeler beiden een harde afdruk presenteren van maatschappelijk georganiseerde domheid "tout court•. Uiteindelijk wordt het stuk gered. Moliere voegt aan het eind een boodschapper des konings toe, die alle door Tartuffe bewerkstelligde rampspoed rechtbreidt in een preek die, in het licht van de voorbije affaire, bijna luguber klinkt waar het de ingrepen van 'Hij' (de koning) betreft: ""Hieruit mag blijken dat Hij diensten weet te lonen / en, als men 't minst verwacht, erkentelijk zich kan tonen. / Dat Hij verdiensten nooit vergeet en in Zijn genade / Liever het goed zich herinnert dan het kwade.•"Het stuk loopt van 5 februari tot Pasen 1670. Voor een volcontinu uitverkocht huis. Alfred Simon maakt in zijn meest recente Moliere©biografie voor het eerst zeer uitgebreid gewag van de oeverloze discussies die de affaire 'Tartuffe' ook in de eigen troep losmaakte. De spelers worden ook een tikkeltje moe van de koppige maestro,zeker waneer hij midden in de affaire een nieuwe tijdbom van zijn schrijftafel laat vallen: "Dom Juan• (1665). De hoofdpersoon uit dat stuk is geen onbekende op het toneel. Deze super©potente rokkenjager is © sinds zijn eerste creatie voor de planken door de Spanjaard Tirso de Molina, behoorlijk gevulgariseerd tot een tamelijk banale pikkebroek. Moliere her©schept Don Juan tot een compromisloze non©conformist. Het is Dom Juan's knecht, Sganarelle, dieÜt__Ü Moliere speelt de knecht zelf, dat spreekt. Het venijn van "Dom Juan• zit verstopt in een korte tussen©scene (derde bedrijf, tweede toneel) waarin Dom Juan een arme maar vrome man uitdaagt:"DOM JUAN: Een man die de hele dag tot de hemel bidt, die zal het toch wel voor de wind gaan.ARME MAN:Ik verzeker U meneer, dat ik dikwijls nog geen korst brood heb om op te kauwen.DOM JUAN: Dat is eigenaardig. Dan word je voor al die moeite slecht beloond. Haha! Je kunt ter plekke een gouden rijder van me krijgen wanneer je een keertje vloekt.ARME MAN: Ach meneer, zou U willen dat ik zo'n zonde beging?!DOM JUAN: Het gaat er alleen maar om of je een gouden rijder wilt verdienen of niet. Kijk, deze hier geef ik je als je vloekt. Hier. Maar ... eerst vloeken!ARME MAN: Maar meneer ...DOM JUAN: Anders krijg je hem niet.SGANARELLE: Kom, vloek dan een beetje. Dat kan toch geen kwaad.DOM JUAN: Hier, neem aan zeg ik je. Maar dan ook vloeken!ARME MAN: Meneer, dan ga ik nog liever dood van de honger.DOM JUAN:Nou, nou, dan geef ik hem uit mensenliefde."De theatermaker Moliere lijkt banger geworden. Aan de vooravond van Aswoensdag 1665 schrapt hij deze scene. Dan al blijkt de nieuwe commotie rond die eerste avondvullende stuk "in proza• niet meer te vermijden. Na het Paas©reces blijkt het inmense publiekssucces "Dom Juan• plotseling van het repertoire geschrapt. Niemand weet waarom. Alle Moliere©biografen laten ons tot nu toe met dit raadsel zitten.Vitten op de Moliere©biograaf is, toegegeven, ook wel makkelijk. Er zijn immers zo weinig bronnen over. Manuscripten, brieven, dagboekenÜt__Ü La Grange (het "Registre•) is wel heel secuur over de contracten en over de inkomsten, maar erg veel verder dan boekhoudkundig wel en wee en enkele ook elders te verkrijgen roddels brengt dit document ons niet. Het ultieme boek over Moliere doet het zonder wetenschappelijk geschraagde documenten: Boelgakov's "Het leven van de heer Moliere• uit 1933. De Rus had alle reden om zich in de Fransoos te herkennen: wat voor Moliere Lodewijk de Veertiende was, nam in Boelgakov's leven de massieve gestalte van Stalin aan. In ieder geval inspireerde deze verregaande vorm van identificatie hem tot een luchtige en ironische levensbeschrijving, geestig, vol compassie, een herdruk in Nederland meer dan waardig. Boelgakov sluit zijn tekst prachtig af. Ik volg hem daarin nederig: ""Ondanks het feit dat Moliere beroofd was van zijn manuscripten en brieven, heeft hij toch op een goede dag de aarde waaronder de zelfmoordenaars en de doodgeboren kinderen bleven liggen, verlaten. Hij is daar bovenop de opgedroogde fontijnbak op Pere Lachaise komen zitten. Daar zit hij! Dat is 'm, de koninklijke komediant, met die bronzen strikken op zijn schoenen. En ik, wien het niet beschoren is hem ooit te zien te krijgen, ik zend hem hierbij mijn afscheidsgroet."• LOEK ZONNEVELD |